Els' Wandelverslagen
Verslag van de GR 5, vanaf 2003.
Het valt ons niet mee, we merken wel dat we hoger zitten en minder zuurstof hebben. Ondanks het rustige tempo zijn we steeds buiten adem en hebben ‘pap’ in de benen en moeten dan even uithijgen voor we weer verder kunnen. Een mooie gelegenheid om dan om ons heen te kijken en te genieten van de prachtige vergezichten op de ons omringende bergen. Vaak is het pad heel steil, ik moet soms mijn handen gebruiken. Wat ook niet meevalt zijn de smalle paadjes langs de steile hellingen. Er zijn er op dit stuk wel erg veel. En vooral afdalen is dan voor mij een probleem. Bertus moet vaak de helpende hand toesteken. Regelmatig bekruipt me de gedachte of hier toch niet mijn Waterloo ligt.
Vrijdag 25 juni 2010
Chevenoz – Chalets de Bise 6 u. 20 min./10 u.
We vertrekken weer vroeg, want we hebben een lange tocht voor de boeg, blaar stevig ingepakt. Om een uur of 9 starten we in Chevenoz. Het is prachtig weer, eigenlijk al redelijk warm. We beginnen met stijgen, stijgen, stijgen, naar 1300 m, 1500 m (hoger dan we ooit waren op de GR 5), dan weer een stukje naar beneden en dan weer omhoog naar de Tête des Fieux op 1772 m.
Na het beklimmen van de col des Portes d’Oche (1937 m) moeten we een stukje afdalen, heel steil met steenslag en rotsen langs een steile helling. Ik besluit eerst dan maar op mijn achterwerk naar beneden te gaan, lopen durf ik hier echt niet en vies ben ik toch al. Dan volgt een stuk meer op hoogte op een smal paadje van puinhellingen en steenslag langs diezelfde afgrond (overigens wel prachtig met een meertje beneden ons). Voetje voor voetje gaat het, regelmatig moeilijke stukken overbruggend aan de hand van Bertus. Maar dan hebben we het lastigste gehad. Bij het bereiken van de volgende col (1944 m, hoogste punt van vandaag) zien we de eerste steenbokken. Uiteindelijk zien we er nogal wat, sommige met imposante hoorns. Heel bijzonder. Ook zien we van een afstandje een bergmarmot.
We pauzeren even bij het Lac d’Oche. Wat een prachtige plek, schitterende bloemen en verderop ruig terrein.
We dalen weer een 100 m, hebben een laatste blik op het Meer van Genève, en dan weer omhoog, de col de Bise (1914 m). Er liggen hier nogal wat sneeuwresten, ook op ons pad.
Dan volgt de laatste krachtproef, de afdaling naar de Refuge de Bise, waar we zullen overnachten. We doen er erg lang over, het loopt lastig, steil naar beneden via erg uitgesleten paden. Mijn beenspieren geven het op; ik zak regelmatig door mijn knieën. Uiteindelijk neemt Bertus, mijn bikkel, mijn rugzak over, zodat ik iets makkelijker loop. Zo bereiken we dan tegen 19 uur de refuge (1502 m). We kunnen gelijk aan tafel. Eigenlijk zijn we te moe, maar het smaakt goed: soep met brood en een stuk kaas, lasagne, sla, kwark met bosbessen. En water, veel water. Er zijn acht andere gasten, zeven mannen, één vrouw, en we eten met z’n allen aan een lange tafel. Later arriveert nog een Nederlander, afkomstig uit Nijmegen, was tegen dezelfde problemen opgelopen als wij en had er, maar met zwaardere bepakking, zelfs elf uur over gedaan. Het onderkomen is primitief, we slapen op een slaapzaal, maar omdat er weinig gasten zijn liggen we gelukkig niet hutjemutje. Douches zijn er niet, we kunnen ons een beetje opfrissen bij het fonteintje van het buiten gelegen hurktoilet of bij de betonnen bak met koud water buiten. We wisten dit van te voren, de voorzieningen in een refuge zijn heel basaal. We liggen vroeg in bed, want om 22 uur gaat het licht uit.
LAW's in Nederland
Streekpaden
LAW's
Drents Landschap
LAW's
België/Luxemburg/Frankrijk
Overig