Els' Wandelverslagen
Verslag van de GR 5, vanaf 2003.
Vlak voor een hoge stuwdam kunnen we via een oude dam de Doubs oversteken. Tenminste, dat valt nog niet mee; het water stroomt er gedeeltelijk nog over en we moeten ook over een paar planken lopen. Het trappetje aan de overkant blijkt nog enkele meters verwijderd van waar wij uitkomen. Een beetje moeizaam via wat wankele stapstenen en half door het water komen we er. Dan een trap en een steil pad omhoog naar de dam, die hoog boven ons uittorent. Het kost me veel moeite om omhoog te komen. Ben ook lang niet lekker, niet alleen de blaren en spieren, maar ik heb ook al een paar dagen last van maag en darmen. Hoog tijd voor een pauze. Even langs het pad zitten en wat eten (dikke plakken brood met roomboter en ham). Veel eetlust heb ik niet, maar je moet toch wat eten. We zitten nu weer op de originele route. Een stukje verderop vinden we dan alsnog een plek waar we wat uitgebreider kunnen uitrusten; even lekker gestrekt. De rest van de route gaat dan over mooie wandelpaden – want hier komen dagjesmensen – langs de Doubs, die hier een stuwmeer is.
Donderdag 21 mei 2009 (Hemelvaartsdag)
Maison Monsieur – Villers-le-Lac 24,5 km (waarvan 6 per boot)
Na het ontbijt vertrekken we even na 9 uur, lunchpakketten mee. Het is goed weer, nog een beetje bewolkt, maar we zien al de eerste plekken blauwe lucht. Nog een beetje fris ook, maar de fleece jacks blijven in de rugzak. We besluiten de eerste 13 km aan de Zwitserse kant te blijven; volgens de eigenaar van MM een makkelijker te belopen pad. Bovendien besparen we ons dan de kilometer terug naar La Rasse, en die we aan de overkant opnieuw zouden lopen. Bijkomend voordeel als het eenmaal zonniger en warmer wordt, is dat we hier aan de schaduwzijde van de kloof lopen. Inderdaad is het hier prima lopen, een mooi pad, niet al te breed, maar ook niet lastig, af en toe een paar meter omhoog en omlaag. De Doubs stroomt dit eerste stuk heel rustig en weerspiegelt bomen en rotsen. Ook weer prachtige bloemen hier.
Na zo’n anderhalf uur komen we langs een buvette, een klein eettentje voor vissers en wandelaars. Hier drinken we even een kop koffie. Dan weer verder. Langs de route staan diverse infopanelen over watermolens die hier gestaan hebben. Zowel aan Franse als Zwitserse zijde was er veel bedrijvigheid langs de Doubs in de 17e tot ongeveer halverwege de 19e eeuw. Er is nu niets meer van te zien, maar je kunt je haast niet voorstellen dat er in deze vaak smalle kloof ruimte was voor welk gebouw dan ook. Wat we wel op ons pad vinden is een moderne waterkrachtcentrale. Eigenlijk mogen we niet onderlangs langs de rivier en worden wandelaars er hoog boven langs geleid. Maar, alweer volgens de eigenaar van MM, is dat onzin en kun je er zonder gevaar best langs. Dat doen we dus ook. Er is bovendien geen werknemer aanwezig vanwege de feestdag. Het bespaart ons in ieder geval een hoop geklim en dat doe ik vandaag liever zo weinig mogelijk vanwege pijnlijke voeten en beenspieren. Nu wordt het pad toch smaller en gaat het meer stijgen. Het verval in de kloof wordt ook groter en we lopen op grotere hoogte langs de Doubs, soms langs rotswanden. Op veel plaatsen spettert water naar beneden en soms krijgen we dat ook op de kop. We komen nu af en toe andere wandelaars tegen en soms zelfs mountainbikers! Levensgevaarlijk op deze paadjes!
De geplande rustdag werden er zes. Ten eerste moesten mijn blaren en spieren weer wat herstellen, bovendien had ik al een paar dagen last van een maag/darmvirusje of iets verkeerds gegeten en dat loopt niet lekker. De energievoorziening is dan niet in orde, zullen we maar zeggen. Daarbij werd het ook nog eens meer dan 30°. We hebben dus een paar dagen lekker geluierd en gelezen in de schaduw bij de tent. We zijn inmiddels verkast naar een camping in Pontarlier en staan op een mooie plek halverwege de heuvel. Dinsdag 26 mei een bezoek gebracht aan het Zwitserse Neuchâtel, leuke stad. Buien zorgden voor wat afkoeling en het lukt inmiddels ook weer om wat normaler te eten zonder problemen, dus kunnen we weer verder wandelen. We hebben het volgende stuk opgedeeld in drie wat kortere etappes.
Woensdag 27 mei
Villers-le-Lac – Auberge Vieux Châteleu 16 km
Het heeft vannacht flink gehoosd en als we opstaan is het maar 7°. Onderdak reserveren in Villers is niet gelukt, dus vertrekken we
tegen 8 uur met de auto naar Villers. Daar aangekomen beginnen we met ontbijten in een ambachtelijke bakkerij en kopen we gelijk een
paar sandwiches voor onderweg. Tegen half 10 kunnen we dan en route. We steken de Doubs weer over en dan direct klimmen het dal uit.
Het is een prachtige wandeling vandaag. Helemaal door het boerenland op flinke hoogte, met weilanden die schitterend in bloei staan.
Het doet me denken aan een fleurige zomerjurk gedecoreerd met toefjes kant. Koeien met tinkelende bellen in de wei. Het lijkt soms
wel een carillon.
Langs gehuchtjes en boerderijen in karakteristieke Jura-stijl: heel groot met een laag dak, de gevel voor een groot deel met hout
afgewerkt, soms in een voor de streek typische halfronde vorm, en op het dak een grote, ook al weer karakteristieke schoorsteen, detuyé, waarin vroeger de hammen en worsten gerookt werden. Het weer is heerlijk, een stuk frisser, zo’n 15°, maar zonnig; ideaal wandelweer.
Langzaam klimmen we naar de Frans-Zwitserse grens. Hier duiken we het bos in en klimmen we via een steil en rotsig pad omhoog naar de bergkam. Beetje opletten, de paadjes zijn wat glibberig, maar niet echt lastig. Een paar kilometer lopen we langs de grens, die gemarkeerd wordt door oude bemoste stenen muurtjes en grenspalen uit 1819. We bereiken hier het hoogste punt van vandaag op 1287m. Dan geleidelijk weer zakken naar 1100m.
Bij het panoramapunt waar we de Saut du Doubs, de grote waterval van 27 m hoog, kunnen zien, heerst grote drukte. Verder naar beneden de gebruikelijke eettentjes en souvenirwinkeltjes. Wij vinden het allemaal best, zijn te moe om in de drukte verder af te dalen naar de waterval en lopen door naar de aanlegplaats van de boten, die vanuit Villers-le-Lac door de kloof tot de waterval varen en weer terug. Een enkele reis blijkt ook mogelijk. Dat bespaart ons de steile klim naar het plateau en de laatste 6 km naar Villers. Het is wel mooi geweest, zo. Bovendien valt er nog even een stevige bui, maar in de boot zitten we droog. Aangekomen in Villers (758 m) hebben we heel snel een lift (nu dus wel!) naar Morteau, waar we de auto weer terugvinden. Dan terug naar St.-Hip. Morgen rustdag, we zoeken een andere camping en dan zien we wat we verder doen.
Na de lunch (even lekker gestrekt in de zon) passeren we de prachtige Auberge Meix Lagor, die niet in het boekje vermeld staat, maar wel de moeite waard lijkt, en drinken we even een kop koffie op het terras met uitzicht over de velden.
De laatste twee kilometer gaat weer stijgend over een vrij rechte asfaltweg, niet het meest interessante stuk van de route, tot we Auberge Vieux-Châteleu bereiken (1201 m), oorspronkelijk ook weer zo’n grote oude boerderij met ook van binnen veel hout. Onze kamer is een soort van gezinskamer met een tweepersoonsbed, een stapelbed en een eenpersoonsbed, maar we hebben de kamer voor onszelf. In feite zijn we de enige gasten. Beneden in de gelagkamer hangen foto’s van voorouders en stambomen, en van de boerderij in de winter. Op de verdieping allerlei prachtige verzamelingen van oud gereedschap en andere gebruiksvoorwerpen. Van het diner kunnen wel vier mensen eten. We krijgen het echt niet op: geroosterd brood met champignons; dikke plakken gerookte ham, gebakken aardappelen met ui en spek, sla; diverse kaasjes uit de Jura en sinaasappelsoufflé. Erbij natuurlijk een heerlijke Jurawijn en nog een espressootje toe voor de spijsvertering. We kunnen wel rollen. En nu maar hopen dat mijn maag dit allemaal accepteert.
Maison-Monsieur.
Onderlangs de waterkrachtcentrale.
Villers-le-Lac.
Sur-la-Roche.
Uitzichtpunt Vion-Billard.
LAW's in Nederland
Streekpaden
LAW's
Drents Landschap
LAW's
België/Luxemburg/Frankrijk
Overig